• Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
klogozwart

Vogelbeschermingswacht Zaanstreek
Werkgroep Roofvogels en Uilen

Deze week is onze werkgroep begonnen met het ringen van de eerste kerkuilen in ons werkgebied.
Kees Boer, een van onze gediplomeerde ringers, begeleidde maandag 20 mei de sessie in Assendelft, waar vier jongen van een ring werden voorzien.
Er waren bij deze gebeurtenis twee opmerkelijke zaken:
De kast waarin de jongen zijn geboren is 21 (!) jaar geleden geplaatst in de koeienstal van een agrarisch bedrijf.
Omdat op het erf ook een torenvalk is geplaatst, komen we daar elk jaar om de inhoud te controleren en eventuele torenvalkjongen te ringen. Bij elk bezoek wordt dan een blik geworpen op de kerkuilenkast.
In als die jaren is er echter nooit ook maar een spoor gevonden van de aanwezigheid van de kerkuil. Noch sporen van poep, noch braakballen werden aangetroffen. Dit jaar echter, bij eenzelfde controle, bleek de hele stal bezaaid met braakballen en overal lagen witte poepsporen. Een controle van de kast leverde maar liefst 4 al redelijk volgroeide jongen op! We zijn blij dat we de kast al die tijd "nutteloos" hebben laten hangen....
Het tweede bijzondere feit was dat de moeder van de jongen bij het openen van de kast ook aanwezig was bij haar viertal.
Meestal zijn de ouders, bij grotere jongen, overdag elders op een "roestplaats" (rustplek), aanwezig en komen pas na de schemering weer terug om de jongen met muizen te voeren.
Dit vrouwtje had blijkbaar behoefte aan gezelligheid en was thuis.
Direct hebben we hiervan gebruik gemaakt en ook haar geregistreerd en van een ring voorzien. Een mooie bijvangst derhalve.
Later op de avond gingen wij op pad om onze eerste "echte" kerkuilen te ringen. Deze werden namelijk geboren in  een kast die in de toren van een kerk is geplaatst.
Ook deze kast heeft er jarenlang gestaan, zonder dat er in werd gebroed door de kerkuil. Dit jaar echter hebben ze de kast gevonden en een gevecht op leven en dood moeten voeren met kauwen, die de kast ook wilden benutten.
De ingang van de kast (een soort van sluis, bedoeld om de kauwen te weren), werd door deze laatste beesten elke dag vol gegooid met takjes, waardoor de in- en uitgang van de kast werd versperd.
Toevalligerwijs werd dit gelukkig door de beheerders van de kerk op een dag geconstateerd.
Dat dit tegelijk was met de eerste eileg, is een geluk van jewelste. We zullen dit maar toeschrijven aan de Voorzienigheid, die waarschijnlijk ook blij was met dit eerste broedsel in een kerk in Zaanstreek (voor zover mij bekend).
De beheerders zijn na deze ontdekking elke dag, soms tweemaal per dag, de toren in geklommen om de takjes te verwijderen, zodat de uilen hun kast konden bereiken en verlaten..
Hadden ze dit niet gedaan, dat zouden de uilen, als de uitgang geblokkeerd zou zijn overdag, zeker zijn verhongerd, omdat ze geen drive hebben om zich eruit te vechten.
In de boeken zijn gevallen bekend van dood gevonden uilen, onder een laag van takken die door kauwen naar binnen zijn gesleept..............
De drie jongen zijn geringd, gewogen en gemeten en komen in onze registratiesystemen voor als onze eerste "echte" kerkuilen.
Een van de jongen valt op door zijn of haar heel donkere uiterlijk.
Op dinsdag 21 mei heeft Jos Blakenburg op een adres in Assendelft de aanwezige ransuilen geringd en geregistreerd.
In een torenvalkkast had moeder ransuil zes eieren gelegd, waarvan er bij deze controle drie bleken te zijn uitgekomen en drie niet.
Nadat de jongen waren geringd en weer in de kast zijn geplaatst, heeft de klimmer de eieren meegenomen en heeft Jos deze open gemaakt om te kijken wat er mee aan de hand was.
Een ei bleek onbevrucht, omdat er alleen maar vloeibare vulling uit kwam. Een ei had een uitgedroogde inhoud en het laatste ei bevatte een bijna volgroeide embryo.
Duidelijk was het bijna klare vogeltje te zien. De doodsoorzaak is altijd moeilijk te achterhalen. Waarschijnlijk is de eierschaal te dik geweest voor het kleinte om met zijn eitand de opening te maken waardoor het naar buiten kan.
It's all nature......Op hetzelfde adres werd ook een kerkuilenjong geringd, dat was overgebleven uit een broedsel van twee.
Het andere jong werd enkele weken geleden dood in de kast aangetroffen en bleek heel mager. Gelukkig heeft het tweede jong het wel overleefd en kon het gezamenlijk met een van de jonge ransuilen op een portretfoto.
 Al met al weer twee nuttige en  motiverende dagen
 Rein Beentjes 22-5-2019

De uilen doen het goed dit jaar!
Nu het broedseizoen alweer enkele tijd op gang is, hebben we een indicatie van de eerste resultaten.
Van diverse kanten vernemen we dat het weer “een goed muizenjaar ”is,
En dat zien we terug in vooral het aantal broedsels van de uilen.
Per vandaag (19 mei) hebben we 5 broedsels van de ransuil kunnen bereiken om jongen te ringen.
Dat is meer dan voorgaande jaren. Dat komt vooral door de melding die we ontvangen van bewoners die een uil op hun erf aantreffen en door de speurzin van onze werkgroepleden.
Jonge ransuilen zijn namelijk al snel in staat om het nest te verlaten. Tot die tijd houden ze zich muisstil en zorgen ervoor dat ze niet of nauwelijks opgemerkt worden.
Als ze groot genoeg zijn, kruipen ze uit het nest en stuntelen over de takken van de ene plek naar de andere. We noemen ze dan ook “takkelingen” en vanaf dat moment zien en horen we ze wel, maar zijn ze bijna nooit meer door ons te bereiken.
Een en ander houdt in, dat we tot nu toe 20 jonge ransuilen van een ring hebben kunnen voorzien.
Ten opzichte van vorige jaren een bijzonder hoog aantal.

Evenzo manifesteert de kerkuil zich dit jaar tot een ware muizenvang-kunstenaar.
Verspreid over ons werkgebied in de Zaanstreek hebben we tot nu toe 14 broedsels aangetroffen,
Een aantal dat nog niet eerder is bereikt en op enkele vaste adressen waar de kerkuil normliter broedt, zijn ze nog niet aangetroffen. Dus wie weet…
Opvallend hierbij is dat ook nieuwe adressen broedsels van deze uilensoort huisvesten.
Op een van de adressen hangt de kerkuilkast zelfs al 21 (!) jaar, zonder dat daar ooit eerder sporen van een kerkuil zijn aangetroffen. Bij controle van een torenvalkast, die op hetzelfde adres hangt, dacht ik: ”laat ik toch maar eens naar de kast kijken, je weet maar nooit”. De boer waar de kast hangt, is namelijk gestopt met de bedrijfsvoering en de stal is leeg en dus rustig. Ik stond perplex toen ik de hele grond bezaaid zag met uitwerpselen van de uil en van de enorme hoeveelheid braakballen die door de stal heen verspreid lagen.
Een blik in de kast leerde dat er 4 al grote jongen , samen met mamma uil aanwezig waren.
Geduld is dus in deze een schone zaak gebleken!
Dat het een bijzonder goed muizenjaar is, zoals ik eerder opmerkte, bleek bij controle van een kerkuilkast, waarin maar liefst 40(!) muizenlijkjes lagen. Op zich al bijzonder, maar alle muisjes lagen netjes op een rij en de neusjes van de muizen wezen allemaal dezelfde kant op! Een kieskeurig uilenvrouwtje waarschijnlijk…..

Ook de torenvalk doet het goed, met enkele broedsels van 7 eieren, wat voor deze soort een bijzonder hoog aantal is.
Maxima van 6 waren tot nu toe gebruikelijker.
Over het aantal broedsels van deze soort en van de andere roofvogels die wij monitoren, heb ik op dit moment nog geen informatie, maar via deze site wordt u hiervan zeker op de hoogte gehouden

Rein Beentjes 19-5-2019

Er was een discussie enkele jaren geleden:

" Zullen we die kast niet eens weghalen, hij hangt er al zoooo lang en er heeft nog nooit ook maar iets ingezeten" 

" Zullen we hem niet gewoon laten hangen, je weet immers maar nooit"  was het antwoord

Besloten werd om de kast toch maar te laten hangen. Nooit iets anders gezien als spinnewebben voor het invlieggat. De boer in kwestie is reeds gestopt met werken , de schuur staat leeg en wat zien we nu ineens in het eerste jaar daarna: een nestgeval!!

Zo zie je maar weer; geduld...geduld...geduld...

De kast hangt er volgens de boer al 25 jaar en nu dus voor het eerst een broedgeval van kerkuilen in deze kast.

Voor de rest komen de eerste bevindingen vanuit het veld binnen en hebbben we al weer te maken met veel nestgevallen in onze regio en belooft het weer een mooi voorjaar te gaan worden. Dit jaar hebben we ineens meerdere Ransuilen nesten in de peiling en nu al 2 nesten geringd en dat is meer als het hele vorige seizoen, en we zijn er nog niet!

Ook de Buizerds, Haviken en Torenvalken zijn weer goed in beeld en we missen nog gegevens van de Sperwers en Kiekendieven.

De Kerkuilen zijn ook druk bezig en in de regio Wijdewormer 2 nesten Steenuilen en ook daar zijn we heel erg blij mee.

Vliegtuigen worden altijd gecontroleerd voordat ze gaan vliegen en bij Virgin Australia vonden ze iets aparts in een van de motoren tijdens deze controleronde; een Barnowl! ( kerkuil )

Ook in de Zaanstreek krijgen wij regelmatig meldingen van Uilen die ineens ergens gespot worden en wij zijn erg blij met deze meldingen. Het kan hier gaan om losse waarnemingen en ook om nestgevallen en wij bewaren al deze gegevens en zo helpt dat om ons een beeld te geven van de hoeveelheid aan Uilen die zich in ons werkgebied bevinden en waar we nestgevallen kunnen tegenkomen. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de Roofvogels in de regio en ook mogelijke nestgevallen hiervan horen we graag, zodat we deze kunnen gaan controleren. U kunt ons mailen op het volgende email adres:

 

Ransuilen verrassen nog wel eens door vroege nestgevallen en vaak zijn wij te laat ter plekke om ze nog te kunnen ringen, maar omdat we vorig jaar nog net op tijd waren om dit nest te kunnen ringen werd deze locatie nu goed in de gaten gehouden en konden we het paartje in de gaten houden en werden er in maart 5 eieren gezien op het nest en zijn we dinsdagavond 23 april terug gegaan naar het nest om de jongen te gaan ringen.

Goed verscholen zit moeder en 1 jong op het nest en houden ons goed in de gaten, terwijl wij de ladder en de ringspullen klaar maken.

Bij het plaatsen van de ladder vloog mama meteen weg naar een naburige boom en bleef het jong ons aan zitten kijken vanaf het nest.

Lees meer: Ransuilen geringd Assendelft