Resultaten van het broedseizoen 2019
Kerkuil
Als de kenners van tevoren hadden geweten wat het jaar 2019 zou brengen voor wat betreft de resultaten bij de roofvogels en uilen, hadden ze 2019 ongetwijfeld benoemd tot het jaar van de Uil, en om wat specifieker te zijn: het jaar van de Kerkuil!
Wat heeft deze uilensoort in het bijna afgelopen jaar een wereldprestatie geleverd. Al heel snel aan het begin van het seizoen kwamen we erachter dat er dit jaar wel weer eens een muizenexplosie zou kunnen zijn, want er werden meer broedsels van de kerkuil aangetroffen dan normaal het geval is.
En nadat de eerste broedsels klaar waren en de jongen waren uitgevlogen, verbaasden we ons telkens weer als we bij een kast aankwamen en er een tweede broedsel aanwezig was. Soms lagen er al eieren, als de eerste jongen nog in de kast zaten.
Daarnaast valt op dat de tweede broedsels in veel gevallen nog groter zijn dan de eerste. Een teken dat er wel heel veel aanbod van muizen moet zijn. Dat dit ook zo is, merken we als we een kast controleren waar zeker (40!) muizen in liggen. Dat moeder uil van netjes houdt, blijkt als we zien dat alle muizen mooi naast elkaar en allemaal met de snuit dezelfde kant op liggen!
In de Zaanstreek treffen we elk jaar ongeveer 11 a 12 broedsels aan met rond de 40 jongen, zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, met af en toe een uitschieter, zoals in 2014 en 2017, hebben we dit jaar maar liefst 36 broedsels aangetroffen (waarvan er 6 zijn mislukt).
Een en ander resulteerde erin dat we dit jaar enkele malen de krant haalden en er zelfs opnamen en een uitzending is geweest op TV Noord-Holland.
Ransuil
De ransuil heeft geprobeerd de prestatie van de kerkuil naar de kroon te steken. Het “probleem” bij deze soort is, dat het verdraaid lastig is om nesten in de eerste fase te vinden. Deze uilensoort nestelt namelijk in oude kraaien- en eksternesten en soms zelfs in bijna vervallen oude andere nesten. Een paar takjes zijn soms al genoeg. En uiteraard verkassen ze bijna elk jaar naar een andere broedplek.
De eerste tekenen dat er jongen zijn, merk je pas, als er in de nacht schreeuwende jongen zijn die om voedsel van de ouders bedelen. Maar heel vaak zijn ze dan al van het nest af, zodat het voor ons (bijna) onmogelijk is om ze te ringen. Dit jaar is ons dat bij maar liefst 34 jongen gelukt. Maar we hebben zoveel meldingen gekregen dat we er zeker van zijn dat er minimaal 70 jongen geboren zijn in ons werkgebied. Een aantal dat door onze werkgroep nog nooit is gesignaleerd. Ook hier zal de muizenstroom een grote positieve bijdrage hebben geleverd aan het resultaat.
Steenuil
Ook dit jaar is deze kleinste uilensoort van ons land in ons werkgebied weer het zorgenkindje. Het aantal jongen is weliswaar hoger van in 2018 (12 om 5), maar weer is het aantal broedsels gedaald en wel tot een schamele 3, ondanks alle inspanningen om deze uilensoort voor de Zaanstreek op te krikken naar een niveau van 10 broedsels, zoals enkele jaren geleden het doel was. Blijkbaar verandert het aantal biotopen (vooral rommelige boerenerven) zodanig dat deze soort zich in onze omgeving niet meer goed kan reproduceren.
Torenvalk
De torenvalk staat in ons land op de rode lijst. Dat betekent dat het aantal van deze soort in ons land onder druk staat en vermindert. Daar is in de Zaanstreek geen sprake van. Het overzicht geeft aan dat we het geweldige aantal van 187 jongen hebben mogen verwelkomen. Opvallend was, dat er broedsels van 7 eieren bij zaten, waar 6 als algemeen maximum voor deze soort werd aangenomen.
En ook het aantal broedsels neemt nog steeds toe. Dit jaar voor het eerst meer dan 40 broedsels, (41 tegenover 39 vorig jaar), waarvan er helaas 5 zijn mislukt. Dit is het mooie resultaat van het feit dat we nog steeds broedkasten plaatsen op nieuwe plekken. Ook dit jaar is ons weer verzocht om op verschillende nieuwe plekken een kast te plaatsen. De meest bijzondere is op een sportcomplex.
Buizerd
De buizerd laat de afgelopen twee jaar een mooie comeback zien. Waar 2017 een dieptepunt kende met 33 pullen en een aantal in de 50 de laatste jaren normaal was, is het aantal dit jaar uitgestegen boven de 60. Jammer is, dat maar liefst 14 van de 45 nesten zijn mislukt. Mogelijk door predatie, of andere oorzaken. Of hieraan de boommarter, die steeds verder oprukt en een grote bedreiging voor onze nestbroeders betekent, al debet aan is, is vooralsnog onbekend.
Havik
Ook de havik heeft een goed jaar gekend. En lichte stijging van 5 naar 7 broedsels met 16 jongen (het hoogste aantal sinds 2015) geeft hoop voor de toekomst, hoewel mag worden verwacht dat dit aantal redelijk stabiel zal blijven. Het gemiddelde aantal jongen ligt al enkele jaren rond de 2,5 per broedsel.
Sperwer
De sperwer produceerde dit jaar 6 (gevonden) nesten in onze regio. 1 mislukte en slechts van 2 nesten wisten we de jongen te ringen. Deze vogel zit vaak in bomen op zulke zwakke takken, dat de jongen niet zijn te bereiken, als we ze al weten te vinden…….
Het aantal is het laagste sinds 2013 en dat stemt ons niet tevreden.
Bruine Kiekendief
Nog moeilijker te determineren dan de sperwer is de bruine kiekendief. Als hij als wordt gesignaleerd in de balts, of de overdracht van prooien, is het nog ingewikkeld om de broedplaats te bereken. Deze ligt namelijk in rietpercelen en we proberen deze zo min mogelijk te betreden en te beschadigen, mede om de broedsels niette verstoren. In drie nesten werden 6 jongen geringd, terwijl in de overige twee nesten 5 jongen wegens tijdsgebrek hun ringetje moeten missen.
De vijf gevonden nesten liggen op een goed niveau en we hopen dat dit de komende jaren zo blijft met deze toch altijd weer majestueuze jager.
Slechtvalk en Boomvalk
Deze twee valkensoorten hebben dit jaar in onze regio, voor zover wij hebben kunnen monitoren, geen jongen grootgebracht. De slechtvalk schijnt op de oude PTT-toren in Wormer soms toch nog te broeden op een betonnen richel, ondanks dat daar geen broedkast van onze werkgroep meer hangt en ondanks diverse pogingen om dit te herstellen, hetgeen nog steeds niet is gelukt. Er zijn dit jaar geen jongen gesignaleerd.
Ook van de boomvalk is dit jaar, in tegenstelling tot 2018, helaas niets vernomen.
Al met al hebben we dit jaar 460 jongen mogen zien, bewonderen en soms mogen ringen.
We doen dit graag als een (soms uit de hand gelopen) prachtige hobby, maar hopen dat de lezer ons blijft informeren over gevonden broedsels van de hierboven genoemde soorten.
U kunt ons contacteren via www.kiekenkaike.nl
Namens de Werkgroep Roofvogels en Uilen
Van Vogelbeschermingswacht “Zaanstreek”.
Rein Beentjes