• Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
klogozwart

Vogelbeschermingswacht Zaanstreek
Werkgroep Roofvogels en Uilen

Vrijdag 14 juni 2019   Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

Elf 'stadschuwe' steenuilen geboren in Utrechts park

In het Utrechtse Máximapark zijn elf steenuilen geboren. Steenuilen komen niet of nauwelijks voor in stedelijk gebied.
Door het ophangen van extra nestkasten en ecologisch beheer van het park kwamen dit jaar twee nieuwe steenuilparen broeden in het park, meldt de gemeente Utrecht.
In 2014 was er nog maar één koppel over. Daarom plaatste de gemeente extra nestkasten, waaronder in een tuin van omwonenden. Met deze nieuwe geboortes "lijkt de steenuil stand te houden in Utrecht".
De komende tijd gaat de gemeente bekijken of er extra maatregelen nodig zijn om de steenuil prettig te kunnen laten leven. Mogelijk komen er extra nestkasten, takkenwallen, paaltjes en extra donkere graslanden.
Wie op bezoek wil bij de steenuilen, kan het best in de avondschemering gaan wandelen in het Máximapark.
Er leven ongeveer zestienduizend steenuilen in Nederland. Ze komen vooral in landelijk gebied voor. De vogel is niet schuw en nestelt vaak in de buurt van boerenerven. Ze eten muizen, regenwormen, insecten en soms een kleine vogel.
Bron: nu.nl

Elk jaar plannen we een dag in om met een groot deel van onze werkgroep gezamenlijk een ringronde te gaan doen in het Wormer en Jisper veld en omdat alles dit jaar als kool groeit in de kasten en nesten kon het helaas niet anders als dat we met de Pinksterdagen op pad zouden gaan moeten en niet iedereen was daarvoor beschikbaar. Gelukkig toch nog voldoende mensen die mee wilden/konden en dus op maandag 10 juni om 07.00 uur in de boot gestapt bij de Poelboerderij in Wormer om het zwet op te gaan varen.

De natuur ontwaakt in het veld en met alle vogelgeluiden om ons heen varen we naar onze eerste nestlocatie om te gaan ringen en dat is een Torenvalk kast die op een eiland in de polder hangt en waar we 5 jonge vogels in de kast aantroffen. We hebben deze alle 5 gemeten, gewogen en van een ring voorzien en weer terug gezet in de kast. Onderweg naar deze locatie toe nog een Buizerd nest bezocht die boven in een boom zit en niet voor ons bereikbaar was om te gaan beklimmen. We nemen nu eenmaal geen risico's en als een nest onbereikbaar is tellen we alleen de hoeveelheid aan jonge vogels en laten ze verder met rust.

Lees meer: Ringdag vogelwerkgroep Wormer en Jisper veld 2019

Vorig jaar is er een geval geweest dat, tot 2 keer toe, een jonge Ransuil uit de nestboom in Assendelft gevallen was en wel in de sloot onder de boom....

Tot 2 keer toe is deze er weer uit gehaald en terug gezet in een boom boven de wal en gelukkig hebben we destijds geen derde keer moeten uitrukken om te assisteren.

We hebben nu een soortgelijk geval in Westzaan; het nest zit hoog in de boom en 4 van de 5 jonge vogels bevinden zich ook netjes als takkeling boven in de boom, op eentje na dus....

Eind vorige week is deze uit de nestboom omlaag gevallen en door omwonenden bovenop een hoge struik gezet en daar heeft dit jong 3 dagen gezeten en er was twijfel ontstaan of deze wel gevoerd werd door de ouders.

Tijd dus om met een ladder naar deze locatie te gaan en de uil vanuit de struik te pakken en weer op een hogere tak in de nestboom terug te plaatsen. Bij de tweede poging bleef de jonge uil zitten op de tak in de boom en hoopten we op een hereniging met zijn broertjes en zusjes hoger in de boom, totdat ik vanmiddag het seintje kreeg dat deze weer in de struik onder de boom zat......

De takkelingen boven in de boom.

Mamma in de boom er naast

En onze " dombo uil"

Deze week is onze werkgroep begonnen met het ringen van de eerste kerkuilen in ons werkgebied.
Kees Boer, een van onze gediplomeerde ringers, begeleidde maandag 20 mei de sessie in Assendelft, waar vier jongen van een ring werden voorzien.
Er waren bij deze gebeurtenis twee opmerkelijke zaken:
De kast waarin de jongen zijn geboren is 21 (!) jaar geleden geplaatst in de koeienstal van een agrarisch bedrijf.
Omdat op het erf ook een torenvalk is geplaatst, komen we daar elk jaar om de inhoud te controleren en eventuele torenvalkjongen te ringen. Bij elk bezoek wordt dan een blik geworpen op de kerkuilenkast.
In als die jaren is er echter nooit ook maar een spoor gevonden van de aanwezigheid van de kerkuil. Noch sporen van poep, noch braakballen werden aangetroffen. Dit jaar echter, bij eenzelfde controle, bleek de hele stal bezaaid met braakballen en overal lagen witte poepsporen. Een controle van de kast leverde maar liefst 4 al redelijk volgroeide jongen op! We zijn blij dat we de kast al die tijd "nutteloos" hebben laten hangen....
Het tweede bijzondere feit was dat de moeder van de jongen bij het openen van de kast ook aanwezig was bij haar viertal.
Meestal zijn de ouders, bij grotere jongen, overdag elders op een "roestplaats" (rustplek), aanwezig en komen pas na de schemering weer terug om de jongen met muizen te voeren.
Dit vrouwtje had blijkbaar behoefte aan gezelligheid en was thuis.
Direct hebben we hiervan gebruik gemaakt en ook haar geregistreerd en van een ring voorzien. Een mooie bijvangst derhalve.
Later op de avond gingen wij op pad om onze eerste "echte" kerkuilen te ringen. Deze werden namelijk geboren in  een kast die in de toren van een kerk is geplaatst.
Ook deze kast heeft er jarenlang gestaan, zonder dat er in werd gebroed door de kerkuil. Dit jaar echter hebben ze de kast gevonden en een gevecht op leven en dood moeten voeren met kauwen, die de kast ook wilden benutten.
De ingang van de kast (een soort van sluis, bedoeld om de kauwen te weren), werd door deze laatste beesten elke dag vol gegooid met takjes, waardoor de in- en uitgang van de kast werd versperd.
Toevalligerwijs werd dit gelukkig door de beheerders van de kerk op een dag geconstateerd.
Dat dit tegelijk was met de eerste eileg, is een geluk van jewelste. We zullen dit maar toeschrijven aan de Voorzienigheid, die waarschijnlijk ook blij was met dit eerste broedsel in een kerk in Zaanstreek (voor zover mij bekend).
De beheerders zijn na deze ontdekking elke dag, soms tweemaal per dag, de toren in geklommen om de takjes te verwijderen, zodat de uilen hun kast konden bereiken en verlaten..
Hadden ze dit niet gedaan, dat zouden de uilen, als de uitgang geblokkeerd zou zijn overdag, zeker zijn verhongerd, omdat ze geen drive hebben om zich eruit te vechten.
In de boeken zijn gevallen bekend van dood gevonden uilen, onder een laag van takken die door kauwen naar binnen zijn gesleept..............
De drie jongen zijn geringd, gewogen en gemeten en komen in onze registratiesystemen voor als onze eerste "echte" kerkuilen.
Een van de jongen valt op door zijn of haar heel donkere uiterlijk.
Op dinsdag 21 mei heeft Jos Blakenburg op een adres in Assendelft de aanwezige ransuilen geringd en geregistreerd.
In een torenvalkkast had moeder ransuil zes eieren gelegd, waarvan er bij deze controle drie bleken te zijn uitgekomen en drie niet.
Nadat de jongen waren geringd en weer in de kast zijn geplaatst, heeft de klimmer de eieren meegenomen en heeft Jos deze open gemaakt om te kijken wat er mee aan de hand was.
Een ei bleek onbevrucht, omdat er alleen maar vloeibare vulling uit kwam. Een ei had een uitgedroogde inhoud en het laatste ei bevatte een bijna volgroeide embryo.
Duidelijk was het bijna klare vogeltje te zien. De doodsoorzaak is altijd moeilijk te achterhalen. Waarschijnlijk is de eierschaal te dik geweest voor het kleinte om met zijn eitand de opening te maken waardoor het naar buiten kan.
It's all nature......Op hetzelfde adres werd ook een kerkuilenjong geringd, dat was overgebleven uit een broedsel van twee.
Het andere jong werd enkele weken geleden dood in de kast aangetroffen en bleek heel mager. Gelukkig heeft het tweede jong het wel overleefd en kon het gezamenlijk met een van de jonge ransuilen op een portretfoto.
 Al met al weer twee nuttige en  motiverende dagen
 Rein Beentjes 22-5-2019

De uilen doen het goed dit jaar!
Nu het broedseizoen alweer enkele tijd op gang is, hebben we een indicatie van de eerste resultaten.
Van diverse kanten vernemen we dat het weer “een goed muizenjaar ”is,
En dat zien we terug in vooral het aantal broedsels van de uilen.
Per vandaag (19 mei) hebben we 5 broedsels van de ransuil kunnen bereiken om jongen te ringen.
Dat is meer dan voorgaande jaren. Dat komt vooral door de melding die we ontvangen van bewoners die een uil op hun erf aantreffen en door de speurzin van onze werkgroepleden.
Jonge ransuilen zijn namelijk al snel in staat om het nest te verlaten. Tot die tijd houden ze zich muisstil en zorgen ervoor dat ze niet of nauwelijks opgemerkt worden.
Als ze groot genoeg zijn, kruipen ze uit het nest en stuntelen over de takken van de ene plek naar de andere. We noemen ze dan ook “takkelingen” en vanaf dat moment zien en horen we ze wel, maar zijn ze bijna nooit meer door ons te bereiken.
Een en ander houdt in, dat we tot nu toe 20 jonge ransuilen van een ring hebben kunnen voorzien.
Ten opzichte van vorige jaren een bijzonder hoog aantal.

Evenzo manifesteert de kerkuil zich dit jaar tot een ware muizenvang-kunstenaar.
Verspreid over ons werkgebied in de Zaanstreek hebben we tot nu toe 14 broedsels aangetroffen,
Een aantal dat nog niet eerder is bereikt en op enkele vaste adressen waar de kerkuil normliter broedt, zijn ze nog niet aangetroffen. Dus wie weet…
Opvallend hierbij is dat ook nieuwe adressen broedsels van deze uilensoort huisvesten.
Op een van de adressen hangt de kerkuilkast zelfs al 21 (!) jaar, zonder dat daar ooit eerder sporen van een kerkuil zijn aangetroffen. Bij controle van een torenvalkast, die op hetzelfde adres hangt, dacht ik: ”laat ik toch maar eens naar de kast kijken, je weet maar nooit”. De boer waar de kast hangt, is namelijk gestopt met de bedrijfsvoering en de stal is leeg en dus rustig. Ik stond perplex toen ik de hele grond bezaaid zag met uitwerpselen van de uil en van de enorme hoeveelheid braakballen die door de stal heen verspreid lagen.
Een blik in de kast leerde dat er 4 al grote jongen , samen met mamma uil aanwezig waren.
Geduld is dus in deze een schone zaak gebleken!
Dat het een bijzonder goed muizenjaar is, zoals ik eerder opmerkte, bleek bij controle van een kerkuilkast, waarin maar liefst 40(!) muizenlijkjes lagen. Op zich al bijzonder, maar alle muisjes lagen netjes op een rij en de neusjes van de muizen wezen allemaal dezelfde kant op! Een kieskeurig uilenvrouwtje waarschijnlijk…..

Ook de torenvalk doet het goed, met enkele broedsels van 7 eieren, wat voor deze soort een bijzonder hoog aantal is.
Maxima van 6 waren tot nu toe gebruikelijker.
Over het aantal broedsels van deze soort en van de andere roofvogels die wij monitoren, heb ik op dit moment nog geen informatie, maar via deze site wordt u hiervan zeker op de hoogte gehouden

Rein Beentjes 19-5-2019