• Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
klogozwart

Vogelbeschermingswacht Zaanstreek
Werkgroep Roofvogels en Uilen

Biodiversiteit centraal op 8ste Noord-Hollandse Natuurdag

Alle natuurliefhebbers zijn welkom op de 8ste Noord-Hollandse Natuurdag die op zaterdag 22 november 2014 gehouden wordt in de Aristozalen tegenover Station Sloterdijk in Amsterdam. De biodiversiteit in onze provincie staat centraal en komt uitvoerig aan bod bij twaalf lezingen van professionals en vrijwillige natuuronderzoekers. Landschap Noord-Holland en de POFF (Provinciale Organisaties Flora en Fauna) presenteren bovendien twee nieuwe atlassen: één van de zoogdieren en één van de flora.

Hoe staat het met de natuur in Noord-Holland?

Biodiversiteit, de verscheidenheid aan levensvormen, neemt in grote delen van Noord-Holland nog steeds af. Hoe het staat met de biodiversiteit in Noord-Holland, komt tijdens de Natuurdag uitvoerig aan bod. Er zijn lezingen over de veranderingen bij de zoogdieren en de flora, de groei van de ganzenpopulaties, de invloed van exoten op de visstand. Verder komen pioniers van het natuuronderzoek in de stad en in de duinen komen aan het woord. Uiteraard worden de Noordzee en het IJsselmeer niet vergeten met lezingen over zwarte zee-eenden en visdieven en spiering. De afsluiting is net als andere jaren met beelden, dit keer met verrassende filmpjes van verborgen camera’s in de natuur.

Twee nieuwe atlassen: flora en zoogdieren

De langverwachte Noord-Hollandse zoogdieratlas is klaar en een prachtig boek geworden. De spectaculaire opkomst van boommarter en huisspitsmuis staan er bijvoorbeeld in beschreven. En de opmerkelijke vondst van de 11de vleermuissoort in Noord-Holland. Ook in de nieuwe flora-atlas veel nieuwe wetenswaardigheden, bijvoorbeeld dat de zoetwaterplanten langzaam de provincie veroveren en dat de brakwaterplanten verdwijnen. Tegelijkertijd verschijnen er langs de snelwegen zouttolerante planten. De atlassen worden overhandigd aan gedeputeerde Jaap Bond die verantwoordelijk is voor het natuurbeleid én de biodiversiteit in Noord-Holland. Daarna zijn de boeken te koop voor de voorintekenprijs. Ook de eerder uitgegeven atlassen zijn bijna allemaal nog verkrijgbaar.

Wandelgangen vol met kramen

In de wandelgangen presenteren veel bedrijven en natuurorganisaties zich. Ze bieden naast informatie ook tweedehands natuurboeken, nestkasten en onderkomens voor tuindieren, verrekijkers, fototoestellen en nog veel meer. Neem wel contant geld mee, want pinnen is er niet mogelijk. Er zijn drankjes en broodjes te koop bij Aristo.

Nadere informatie

De toegang is gratis en de dag duurt van 10.00 uur tot 16.00 uur. Het pand van Aristo Amsterdam staat tegenover Station Amsterdam Sloterdijk. Vanaf dit station is het 2 minuten lopen. Het navigatieadres is Tempelhofstraat 2, 1043 EC, Amsterdam. Kijk voor informatie over het programma op www.landschapnoordholland.nl/natuurdag.

Organisatie

De POFF (Provinciale Organisaties Flora en Fauna) en Landschap Noord-Holland organiseren de dag, de Nationale Postcode Loterij maakt het financieel mogelijk. In de POFF werken de volgende Noord-Hollandse clubs samen: alle Vogelwerkgroepen verenigd in SVN, NOZOS, Vlinderstichting, RAVON, Floron, KNNV, de vrijwillige weidevogelgroepen van Landschap Noord-Holland en de Vrijwilligersraad van de Agrarische Natuurvereniging Water, Land & Dijken.                                                              
www.landschapnoordholland.nl
www.tussenduinendijk.nl

 

Zondag is geen gemiddelde dag dat je even een ronde Kerkuilenkasten gaat doen, maar vandaag moest het even omdat de zaterdag vol zat met andere zaken. Michiel en Jos deden bij mij (Rein) thuis eerst even een rondje koffie, waarna we naar Zaandam togen, omdat daar een tweede broedsel van een paar kerkuilen in 2014 was gemeld. We werden verrast door 7 jonge uilen, waarvan de oudste ongeveer 3 weken oud was, plus nog 2 eieren. Wederom een groot broedsel dus. Het eerste broedsel op dit adres bracht namelijk ook 7 jongen voor. Daarna togen we naar twee adressen waar we helaas geen resultaten vonden.

Vooral het laatste adres, waar de jaren hiervoor steevast succes opleverde, stelde ons teleur. Op dit adres wordt telkens nog maar 1 uil gezien, dus het vermoeden bestaat dat een van de partners is overleden. Opvallend in deze kast was wel de enorme hoeveelheid aan muizen; ongeveer 30 stuks. Dat zou kunnen betekenen dat een zogenaamde bruidsschat door de man uil wordt verzameld voor een nieuwe partner. We gaan er voorlopig maar vanuit (de wens is immers de vader van de gedachte…) dat dit zo is. Hierna bezochten we het adres waar, bij ons grootste broedsel ooit (14 eieren), nog 2 jongen geringd zouden kunnen worden, als ze het tenminste gehaald zouden hebben. ( zie eerdere berichtgevingen van 7 juni, 5 juli en 15 juli ). Onze vrees op 15 juli, bij het ringen van de eerste 9, was namelijk dat de kleintjes, net uit het ei, het niet zouden halen. Groot was onze vreugde dan ook, toen Michiel ze gezond en wel in de kast aantrof.

Na het ringen is bijgaande foto van de kast met inhoud gemaakt en het 11-tal is een plaatje om trots op te zijn.

Goed is het verschil in grootte van de uiltjes te zien.  De oudste is namelijk ongeveer drie (!) weken ouder dan de jongste. Het viel ons op dat de jongste (kleinste) de meest felle van het hele nest was. Dat moet ook wel, hij moet letterlijk vechten voor zijn voedsel. Bijzonder was, dat hij (of is het een zij?)het dichtst bij de ingang van de kast zat, waarschijnlijk om direct het aanbod van de muizen te kunnen aannemen!

Ons volgende adres betrof de controle van een Torenvalkbroedsel. Dit broedsel troffen we nog steeds in de ei-fase aan en dat stelde teleur, omdat de broedperiode vandaag minimaal 45 dagen aan de gang is en de normale broedduur van de valk ongeveer 28 dagen is. Grote kans dus, dat alle eieren onbevrucht zijn of dat er onvoldoende bebroed is. Bij een volgende controle zullen we de eieren ruimen, als ze nog steeds niet zijn uitgekomen, om de Torenvalk niet uit te putten door nodeloos broeden. Omdat er nog een tweede kast in de schuur hangt, werd deze gecontroleerd en daar troffen we tot onze grote verrassing een 2e kerkuilen broedsel van dit paar in dit seizoen aan. ( zie eerdere berichtgevingen over deze twee kasten op 13 mei, 7 juni en 13 juni ). Michiel kon onder de vrouw uil minimaal 2 eieren zien. Nadere controle volgt over enkele weken.

Dit is, voor onze wijk, dit jaar het 9e broedsel; weer een nieuw record!!

Op ons laatste adres heeft de boerin ons vorige week gemeld dat ze jongen hoorde piepen, dus dat moest even gecontroleerd worden. Bij eerdere controles hadden we 6 eieren kunnen zien. In de eifase verstoren we een broedende uil altijd zo min mogelijk, dus soms zie je niet alles wat zich onder de uil bevindt. Ook in dit geval was dat zo, want tot onze grote vreugde troffen we 7 jongen en nog 2 eieren aan. Al met al “dreigt” dit broedseizoen er een te worden van records. En dat we daar heel blij mee zijn, dat behoeft waarschijnlijk geen toelichting!!

We houden u op de hoogte.

Rein

Vanavond was de grote avond en verzamelden we ons weer bij de boer om bij deze nestkast, waar we al eerder over bericht hadden op 7 juni en 5 juli jongstleden, te gaan ringen en te kijken hoeveel jongen er nu nog zouden zijn. Michiel ging naar boven en telde 11 jonge vogels, waarvan 9 ringbaar en 2 nog te jong om te kunnen worden geringd. Onder grote belangstelling van buren, familie en kennissen van de boer heeft Michiel ze stuk voor stuk uit de kast gehaald en met een emmer voorzichtig laten zakken naar beneden, alwaar Rein ze er stuk voor stuk weer uithaalde en in de kuip zette.

De 9 ringbare uilen zijn hier samen in de kuip en de twee nog te jonge exemplaren zitten nog boven in de kast. Zowel Jos als Rein hebben even een exemplaar in de hand genomen en aan een ieder van dichtbij laten zien en er konden meteen ook wat foto's gemaakt worden. Terwijl Rein met de educatieve kant van de Kerkuilen verder ging zijn Michiel en Jos de jonge uilen gaan ringen en ze bleken allemaal goed aan hun gewicht te zitten en dat geeft hoop voor dit nestgeval en zeker ook voor de 2 jongste uilen, die hierdoor waarschijnlijk niet ten prooi zullen gaan vallen aan hun oudere broertjes en zusjes.

Na het ringen zijn de uilen weer netjes stuk voor stuk terug in de kast gezet en heeft Michiel nog even een paar plaatjes gemaakt van het gehele kroost van 11 uilen in de kast en dat ziet er dan als volgt uit:

Links onder in de hoek de nog te jonge uilen en daar gaan we over twee weken nog weer even voor terug om die te ringen en hopelijk vinden we ze dan in goede gezondheid terug en kunnen we het Zaanse record van 11 geringde jonge Kerkuilen in de boeken gaan schrijven.

We houden u op de hoogte!

Rein, Michiel en Jos.

Moord op de roofvogel

Waarom worden in Friesland roofvogels vermoord? En door wie? Over subsidies, eieren en de bedreigde Friese ziel.

Dode buizerds en haviken lagen opgestapeld in het bos, meldden natuurbeschermers. Afgeschoten en vergiftigd. Soms bleken de koppen van jonge roofvogels afgeknipt en elders werden nesten met hagel en kogels doorzeefd. Maar liefst dertig procent van alle broedsels van roofvogels in Friesland zou mislukken door menselijk toedoen. Honderden mensen zouden zich aan de moorddadige praktijken schuldig maken. De politie in Friesland maakt al tijden jacht op de daders, maar het was vrijwel ondoenlijk om iemand op de heterdaad te betrappen. Tot vorige maand. Toen bleek dat de politie verborgen camera’s had geplaatst bij enkele nesten, waarmee beelden zijn gemaakt van twee menselijke nestrovers. Nietsvermoedend waren twee jonge Friezen half mei de boom in geklommen om de nek om te draaien van jonge buizerds in een nest. Een maand later konden zij hun gezicht fullframe terugzien op de website van de Friese Politie en zelfs in het Jeugdjournaal: Opsporing verzocht. De verdachten zijn inmiddels aangehouden, na tientallen tips. "Opsporing van roofvogelmoord is nu een topprioriteit geworden en dat werd ook tijd", vertelt Michel Pol van de Milieupolitie Friesland. Volgens hem is het doden van roofvogels in Friesland een nationale sport geworden. “In sommige gebieden struikel je over de kadavers. Daarom hebben we nu op verschillende plaatsen in Friesland camera's bij nesten gezet en dat heeft succes. Al zullen we die methode ook weer moeten aanpassen als mensen bivakmutsen gaan dragen.” De daders moeten volgens Pol gezocht worden in kringen van jagers en beschermers van weidevogels. Uit liefde voor het eigen lievelingsdier, het konijn, de kievit en grutto, begaan zij hun crime passionelle.  Zonder hulp van een geheime camera zijn eerder dit jaar al drie jagers en één liefhebber van weidevogels aangehouden op verdenking van roofvogelmoord. Bij een van de verdachten - een eigenaar van een eendenkooi, trof de politie ook een grote hoeveelheid gif – kennelijk bedoeld om roofvogels te vergiftigen. Een andere verdachte doorschoot een nest met hagel, en een ander zaagde een nestboom met jonge buizerds. Sinds 2002 zijn zeker 10 mensen aangehouden in verband met vergelijkbare praktijken. De rol van de Koninklijke Jagersvereniging is twijfelachtig te noemen. In weerwil van wat zij vaak in de media verkondigt, royeert de KNJV geen leden die bewezen ecologisch over de schreef gaan. Zij klaagt nu na alle media-aandacht hooguit bij Pol dat hij de vereniging ‘stigmatiseert’. “Bij een zaak waarbij wij de jachtakte wilden ontnemen van een verdachte regelde de KNJV zelfs een advocaat”, zegt Pol. “Zij vonden die straf te zwaar voor zoiets kleins als een dode roofvogel. Het is namelijk een zware klap voor jagers die hun akte voor twee jaar verliezen. Sommigen moeten dan zelfs in therapie.”

Het duo dat met de camera is gesnapt, vormt geen uitzondering op voorgaand patroon. Pol mag geen namen noemen, maar het Friese vogelwereldje is niet zo groot. De belangrijkste boosdoener blijkt met het nodige speurwerk en kennis van de Friese taal te achterhalen. De man op de foto’s is de 19-jarige Johannes van S. uit het dorpje Rotsterhaule in de buurt van Heerenveen. Hij blijkt inderdaad een liefhebber van de weidevogels. Vlak voordat hij werd betrapt, stond Van S. op het punt toe te treden tot het bestuur van de plaatselijke vogelwacht van Sint Johannesga. Deze vogelwacht doet ieder voorjaar haar best om zoveel mogelijk weidevogelnesten te redden van landbouwmachines, door samen te werken met boeren. Van S. reageert geschrokken als blijkt dat zijn identiteit bekend is geworden. In afwachting van zijn rechtzaak wil hij niet veel zeggen. "De Telegraaf heeft de foto van mij ook al twee keer afgedrukt en ik vertrouw journalisten niet”, reageert hij. Maar op de vraag of hij het buizerdnest uithaalde uit liefde voor weidevogels, antwoordt hij bevestigend.   De afkeer van kromme snavels blijkt overigens een familiekwestie. De broer van Van S. - een duivenhouder uit Rotsterhaule - is eveneens betrokken geweest bij een ‘poging tot moord’, zo valt te lezen op een internetbijdrage aan het Neerlands Postduiven Orgaan. Deze W. van S. plaatste een illegale havik-vangkooi bij zijn duiventil omdat haviken regelmatig zijn duiven opaten. Net op het moment dat hij ‘de havik in alle rust wilde elimineren’, zo valt te lezen, werd W. gesnapt door een controleur van de Algemene Inspectiedienst AID. Hij moest kooi met havik inleveren. In de familie van Van S. bevinden zich ook enkele jagers, die de AID al enkele jaren in de gaten houdt. Tot nu toe kwamen mensen die nesten van roofvogels uithalen, er vanaf met een boete van maximaal 500 euro. “Dat was weinig motiverend, omdat je soms jaren bezig bent om iemand op heterdaad te betrappen”, zegt Pol. “Vaak waren dat ook nog mensen waarvan je wist dat ze jaar in jaar uit in de fout gingen. "  Het Openbaar Ministerie maakt nu serieuzer werd van vervolging. “Het OM overweegt ook gevangenisstraffen te gaan eisen van zes maanden voorwaardelijk,” vertelt Pol. Dat zou ook meer in overeenstemming zijn met straffen die in Duitsland en Scandinavië gangbaar zijn.”

Vrijwel de hele dorpsgemeenschap in Sint Johannesga deelt de afkeer van alles met een kromme snavel of scherpe tanden (vos, bunzing). "Mensen zijn hier niet al te positief over die beesten”, beaamt een lid van de vogelwacht in Sint Johannesga. In dorpskroeg Van der Zwaag blijkt iedereen de verdachten op de camerabeelden te kennen. “Ze deden het omdat ze nazorg doen voor weidevogels”, vertelt een van de bierdrinkers. “Die roofvogels  vangen alle jonge weidevogels weg. Ook wij helpen de natuur een handje, als het nodig is.” De bereidheid om illegaal actie te ondernemen is een logisch gevolg is van eeuwenoude tradities. Wie aan weidevogels komt, raakt een stukje van de Friese ziel. Eeuwenlang begon ieder voorjaar bij veel Friezen het hart te bonzen als de kievit en grutto hun eitjes kwamen leggen. De eierzoeker in hen ontwaakte.

De moderne natuurliefhebber zal deze abortuspraktijk verontwaardigd verwerpen. Maar duizenden mensen beleefden zo jaarlijks hun natuurplezier. In ruil voor de eieren sloofden die eierzoekers zich later in het seizoen uit om als vogelwachters te zorgen dat het grutto en kievit aan niets ontbrak in het boerenlandschap, dat eigenlijk als een enorm groen kippenhok fungeerde. Nazorg noemt de Bond van Friese Vogelwachten (BFVW) dit. Bijna iedere Fries ouder dan 25, waaronder ook de auteur van dit stuk, heeft als jonge jongen naar eieren gezocht. In de provincie zijn dankzij dit nationale tijdverdrijf nog duizenden vogelwachters actief die weidevogels, ikonen van het oude boerenleven, actief beschermen. Maar de weidevogelliefhebberij lijkt nu haar langste tijd gehad te hebben. Want de weidevogel is aan het verdwijnen. Behalve de snelle veranderingen in het boerenland dragen ook roofdieren bij aan die mysterieuze verdwijning. Dankzij succesvolle natuurbescherming zijn bijvoorbeeld de buizerd en de hermelijn in aantallen flink toegenomen. Minister Veerman gaf eerder al in Friesland de jacht op de vos vrij. Weidevogels zijn namelijk nogal dure hapjes zijn. Jaarlijks spendeert het ministerie namelijk tientallen miljoenen aan subsidies voor boeren die land vrijhouden voor weidevogels. Dat moet ook wel, want Nederland is gebonden aan internationale afspraken, omdat het gros van de Europese gruttopopulatie bij ons broedt. Het Ministerie van LNV lanceerde in mei ook het actieprogramma Weidevogels. Dit plan moet de achteruitgang van grutto en kievit in 2010 tot staan brengen. De Friezen geven zo hun eigen invulling aan dit actieprogramma. Roofvogel-beschermer Romke Kleefstra merkte ook hoezeer Friezen het recht in eigen hand nemen, nadat hij in een afgeladen dorpshuis in Aldeboarn een onderzoek had gepresenteerd naar het verband tussen de sterfte onder weidevogels en roofdieren. “Uit dat onderzoek bleek dat het gros van de zenders die ze aan jonge weidevogels hadden bevestigd, waren teruggevonden in roofvogelnesten”, zegt Kleefstra. “De volgende dag waren alle roofvogelnesten in nabijgelegen natuurgebieden verdwenen en vond ik een nest met kiekendieven waarbij van alle jongen de koppen waren afgeknipt." Maar ook geld is een motief voor deze duistergroene praktijk. "Boeren krijgen tot 600 euro per hectare subsidie van het ministerie van LNV voor het weidevogelvriendelijk beheren van land", zegt Kleefstra, die ook vertelt dat hij al een aantal keren is bedreigd. "Rond natuurgebied de Deelen bij Aldeboarn zitten een aantal boeren die meedoen aan een beschermingsproject voor de grutto. Ik mag niet meer op hun land komen omdat ze vinden dat ik als roofvogelbeschermer verkeerd werk doe.” Alle beschuldigende vingers hebben hun effect gehad op de Bond van Friese Vogelwachten, de BFVW. Die roept in november haar leden bijeen om ze tot goed gedrag te manen. "Roofvogels horen ook gewoon bij onze natuur, dat snapt iedereen best.", zegt coördinator nazorg en jager Gerrie Heslinga van de BFVW. “Al denk ik niet dat je de voorkeur van mensen voor een bepaald type natuur kunt veranderen. De ien hâld fan de mem en de oare fan de dochter", verklaart hij. (De ene man valt op de moeder, de ander voor de dochter). “Ik denk dat zowel beschermers van roofvogels als weidevogelaars oogkleppen op hebben.” Hij hekelt het feit dat weidevogelaars in de media nu als natuurbarbaren worden weggezet. "Dat leidt ook de aandacht af van waar het werkelijk om gaat”, zegt Heslinga. “Onze regering stopt jaarlijks miljoenen euro's in de bescherming van de grutto, een vogel waar wij Europese verantwoordelijkheid voor hebben. Er worden miljoenen besteedt aan duur onderzoek, terwijl al lang bekend is dat kraaien en roofvogels schade veroorzaken. Dan kun je wel zeggen dat je nog meer onderzoek nodig hebt, maar dan weet ik al wat de conclusie van dat nieuwe onderzoek is: nog meer onderzoek." Volgens Heslinga is het nu tijd om actie te ondernemen. "Als al is  aangetoond dat roofvogels op sommige plaatsen bijdragen aan de achteruitgang van weidevogels zal er op sommige plekken moeten worden ingegrepen. Wij denken dan in de eerste plaats aan het verwijderen van bosjes bij weidevogelreservaten. Dan kan bijvoorbeeld een buizerd daar niet meer kan broeden en dus kuikens pakken. Je zult van mij niet horen dat we ook roofvogels willen afschieten, ik moet als BFVW-vertegenwoordiger natuurlijk het officiële geluid laten horen." In lijfblad Vanellus van de BFVW wordt zogenaamd actief ‘beheer’van de roofvogelpopulatie overigens wel in artikelen gepropageerd. Appie Bles, vrijwillig controleur bij de Algemene inspectiedienst AID, neemt vrijwel dagelijks waar wat ‘de natuur een handje helpen’ en actief beheer op zijn Fries inhoudt. De driehoek Heerenveen-Joure-Sneek, waarbinnen Rotsterhaule ligt, blijkt het epicentrum van Friese roofvogelvervolging te zijn. Alleen al in een klein gebied onder Heerenveen vond Bles dit jaar tachtig roofvogellijken, vergiftigd of doodgeschoten. Vaak werden bomen met nesten erin omgezaagd. "Je hebt geen idee hoe groot de haat tegen die roofvogels hier is", zegt Bles. "We kregen laatst een foto van twee dode haviken opgestuurd met daaronder de boodschap dat ons het zelfde lot zou kunnen wachten. Natuurlijk neem je het met een korrel zout maar het geeft wel aan hoe diep het bij die mensen zit. Bij terugkomst van veldwerk tref ik mijn auto ook opvallend vaak aan met lekke banden. Mensen houden me in de gaten, dat mag wel duidelijk zijn."

Soms samen met Michel Pol trekt hij dagelijks er op uit, om jonge roofvogels te wegen en te ringen maar ook om nestvandalen te betrappen. Soms ligt hij in de bosjes op wacht. Vandaag staat een laat nest met drie jonge sperwers - een soort mini-havik - op het programma. "Die moeten nog geringd worden", vertelt hij, rijdend door het weidelandschap met bosjes en oprukkende bedrijvenparken in de buurt van Heerenveen. "Deze sperwers zijn aan vervolging ontsnapt omdat ze vij laat zijn gaan broeden. Ze hebben ook een kleiner nest dat je minder snel ontdekt. Voor de rest zijn alle jonge haviken en buizerds in dit gebied uitgeroeid.." Bij het nest van de sperwer aangekomen, pakt Bles zijn tas en klimt  hij soepeltjes de nestboom in. "Ja, iedere jongen die in Friesland is opgegroeid kan dat", verklaart hij het gemak waarmee hij zonder klimgereedschap naar boven klautert. In het broedseizoen bezoekt Bles ongeveer acht nesten per dag. De jonge vogels laat hij in een leren zak naar beneden zakken. Eenmaal beneden ontvouwt Bles zijn gereedschap en meet hij vleugellengtes en gewicht. De jongen krijgen ook een ring om de poot. Bij een eendenkooi naast Sneek toont Bles nog drie jonge haviken die de Friese heksenjacht hebben overleefd. "Vroeg in het seizoen hadden weidevogelbeschermers uit de buurt eerst de nestboom omgezaagd met eieren er in", wijst hij op een gevelde els in het reservaatje van Staatsbosbeheer. "Maar het was nog vroeg in het seizoen en de havik heeft honderd meter verder een nieuw nest gebouwd waar drie jongen zijn uitgekomen." De jonge struikrovers hangen een beetje verdwaasd rond het nest en gluren naar beneden naar de menselijke indringers. Een jong dat het vliegen al machtig is fladdert onhandig weg. Wij besluiten ook maar te gaan om de beesten niet verder te verstoren.

bron: rypkezeilmaker.nl

Roofvogels versus weidevogels?


Veel weidevogels eindigen in roofvogelklauwen. Afschieten dus?

De afgelopen tien jaar zijn 5600 roofvogelnesten verstoord door mensen, vijf procent van alle broedplaatsen

Dit blijkt uit gegevens die de Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN)  25 februari op haar landelijke congres in Meppel presenteerde, en publicaties in haar jaarverslag. De algemeen gedeelde opvatting dat het zo goed gaat met Nederlandse roofvogels blijkt onterecht. Van de 13 soorten nemen alleen de buizerd en slechtvalk toe. De rest neemt sinds de jaren negentig op sommige plaatsen met meer dan 20 procent in aantal af en heeft bovendien last van steeds intensievere vervolging, nestverstoring en voedselgebrek. De vaderlandse roofvogelgoeroe Rob Bijlsma, lang haar met altijd de verrekijker om de nek, was zelf in het middagprogramma in de Meppelse schouwburg de slechtnieuws-brenger. Vooral in Friesland loopt de vervolging volgens Bijlsma de vervolging de ‘spuigaten uit’, maar ook beneden de rivieren. Van de 104 mislukte buizerdbroedsels met bekende oorzaak bleken bijvoorbeeld 70 door mensen vernield, verstoord of leeggehaald. Bijlsma wijst de beschuldigende vinger richting weidevogelaars, die deze nieuwe weidevogel niet lijken te accepteren. “Er is bij weidevogelbescherming de opvatting ingeburgerd dat je 80 procent van de predatoren moet opruimen om grutto’s nog een kans te geven”, zegt Bijlsma. “Waar dat getal vandaan komt weet niemand maar er wordt wel gehoor aan gegeven en dat is natuurlijk hartstikke illegaal.” Bescherming werkt volgens Bijlsma alleen op papier omdat nauwelijks procesverbalen worden geschreven. Gebrekkig toezicht door de AID en politie in het veld blijkt heterdaadjes vrijwel onmogelijk te maken. Een uitgebreid onderzoek dat deze zomer wordt gepubliceerd moet de problematiek breder onder de aandacht brengen. Naast weidevogelaars valt bij ‘oude vijanden’als jagers en duivenhouders volgens Bijlsma nog steeds ‘het nodige zendingswerk’te verrichten. Ook hekelt hij een geval in Friesland waar Veerman in de media toestemming gaf om een buizerdnest te verwijderen vanwege overlast voor omwonenden. Behalve de buizerd en de havik blijkt vooral de grondbroedende bruine kiekendief last van nestverstoring te hebben. Meer dan de helft van de mislukte broedpogingen werd door mensen veroorzaakt. In Friesland werden bijvoorbeeld in gruttobeschermingsgebied jonge kiekendieven met afgeknipte koppen gevonden. In het zuiden van het land zijn vooral roofvogelhandelaars de oorzaak van de verdwijning van broedsels haviken en buizerds. De parkiet wordt als huisdier namelijk steeds vaker ingeruild voor grotere kromme snavels, de hobbyarend en alles dat daar op lijkt. Handelaren bevestigen aan wilde vogels gewoon een Europese kleurring waarmee ze kunnen aantonen dat het dier in gevangenschap is geboren, zo ontdekten WRN-medewerkers Gekweekte vogels mogen namelijk als huisdier gehouden worden. Bijlsma waarschuwt de WRN-leden zelfs voor infiltranten in de vereniging: “Er zijn mensen die nestgegevens opvragen met minder goede bedoelingen, wees dus terughoudend naar vreemden.” Naast handel en vervolging zou ook houtkap tijdens het broedseizoen bijdragen aan nestverstoring. De aannemer moet namelijk zelf aantonen dat in het kapgebied geen zeldzame vogels zitten, iets dat volgens Bijlsma voor kenners al moeilijk is. Ook de huidige vorm van natuurbeheer met grote grazers levert conflicten op met grondbroedende soorten. De populaire biologische grasmaaiers vernielden op Terschelling een van de laatste territoria van rodelijstsoort de blauwe kiekendief. De soort dreigt nu uit te sterven in Nederland.

Naast slecht nieuws was er natuurlijk ook leuk nieuws te melden. Zo blijkt de uitrusting van grauwe kiekendieven met satellietzenders een groot succes. Twee vogels leverden tijdens de trektijd zo meer gegevens over migratie op dan 100 jaar veldonderzoek, volgens RUG-bioloog Ben Koks. Landen als Frankrijk en Spanje willen het Groningse initiatief nu opvolgen. Onderzoek aan satelliet-DNA van in Nederland broedende slechtvalken door Alterra-ecoloog Hugh Jansman leverde interessante gegevens op. Zo bleek uit het DNA van jongen in een nest in Limburg dat het vrouwje dat hen grootbracht niet de legster van de eieren was. Zij voedde de genen op van een verdreven vrouwtje dat het jaar later weer haar plek opeiste. Ook blijken in Nederland geboren valken zich tot zeker 1000 kilometer verder te verspreiden, zo bleek uit het DNA van een Poolse broedende slechtvalk.

bron: rypkezeilmaker.nl

Roofvogels verdwijnen uit Nederland door aminozuur tekort

In 20 jaar tijd is het aantal sperwers op de hogere zandgronden van Nederland met tweederde verminderd en het aantal haviken is gehalveerd. Dat komt door een tekort aan aminozuren die de vogels uit hun voedsel halen, zo blijkt uit onderzoek van bioloog Arnold van den Burg van de Radboud Universiteit.

Sperwers zijn roofvogels die zich voornamelijk ophielden in bossen, maar inmiddels leven ze ook meer op het platteland, in parken, tuinen en stedelijk gebied. Vooral op de grote voormalige heide- en stuifzandontginningen van de Veluwe zijn de roofvogels bijna verdwenen. En datzelfde geldt ook voor bosrijke zandgronden in Brabant, Overijssel en Drenthe. Inmiddels zijn er in Nederland nog maar 2.000 sperwers over en daarmee is de roofvogel op de oranje lijst van bedreigde vogelsoorten beland.

De sterke teruggang in de roofvogelpopulatie in deze gebieden heeft volgens Van den Burg te maken met een opnametekort van bepaalde aminozuren in het voedsel: “Er is wel voedsel te vinden in de bossen, maar dat is niet van voldoende kwaliteit, waardoor de vogels niet tot broeden komen. Ze krijgen onvoldoende voedingsstoffen binnen om eieren te produceren. Ze kunnen zich dus niet voortplanten en achterblijvers verplaatsen zich naar voedselrijkere gebieden.”

De aminozuren die de roofvogels nodig hebben, worden geproduceerd onderin de voedselketen, bijvoorbeeld door eikenbomen. Eiken hebben moeite aminozuren te maken door vervuiling in de lucht en tekort aan mineralen in de bodem. De lucht bevat tegenwoordig te veel stikstof en de grond te weinig mineralen, waardoor de bomen niet de juiste voedingsstoffen in hun blad krijgen om aminozuren aan te maken. De stikstof uit de lucht wordt omgezet in andere stikstofhoudende verbindingen dan aminozuren, die mogelijk giftig zijn voor rupsen en via zangvogels ook effecten hebben op sperwers. Ook in andere onderzoeken vond Van den Burg aanwijzingen dat aminozuurtekort een veroorzaker is van de teruglopende vogelstand. Zo blijken zangvogels in bossen op mineraalarme bodems op de Zuid-West Veluwe moeite te hebben met het doorgeven van vitamine B2 in hun eieren, wat een aminozuurafhankelijk proces is.

Van den Burg: “Door milieu-invloeden is het bosecosysteem aangetast, wat je terugziet in de vitaliteit van de eikenboom, de overleving van vlinderrupsen, de vitamine B huishouding van zangvogels en de stand van de roofvogels. Herstel is wenselijk, maar moeilijk. Je zou kunnen denken aan het bemesten van de verarmde bodems met mineralen, zodat het evenwicht met de aanwezige stikstof wordt teruggebracht. Maar we willen het voedselarme karakter van de gronden ook niet te zeer aantasten, omdat dat ook een cultuurhistorisch gegeven is. Het gaat om de juiste balans voor het juiste stuk grond. We moeten ook oppassen dat we met bodemverrijking niet een ander landschap creëren dat niet meer lijkt op het oorspronkelijke.”

bron: Radboud Universiteit Nijmegen, 20/02/14