• Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
klogozwart

Vogelbeschermingswacht Zaanstreek
Werkgroep Roofvogels en Uilen

BUIZERD Buteo buteo, Common Buzzard, Mäusebussard, Buse variable

Kenmerken; Forse roofvogel met brede vleugels en brede afgeronde licht gebandeerde staart. De Ruigpootbuizerd, die hier alleen in de winter voorkomt, heeft lichte staart met zwarte eindband. Het verenkleed van de Buizerd varieert individueel van donkerbruin tot wit, vrijwel alle met donkere polstekening. De donkere of lichte vorm is via de moeder ingeprent. Vogels reageren onderling het sterkst op eigen kleur als partner en als rivaal. Adult licht dwars gebandeerde borstband en donkere iris. Juveniel borst in lengte licht gestreept en lichte iris.  Hoge zweefvlucht. Bidt soms. Paalzitter. Vrouw 865 gram. SW 140. Man 700 gram. SW 115 cm. Gem. leeftijd 4 jaar, max. 18 jaar.

Geluid; Hoog, klagend miauwend.

Voedsel; ca. 75% aas (vooral in winter en voorjaar) en kleine zoogdieren (tot 500 g), 25 % vogels, vissen, wormen en insecten. In goed muizenjaar 90 % muizen, in slecht jaar 20%. In het algemeen moeten ze het hebben van niet al te snelle prooien. In de zomer met voldoende thermiek op hoogte speuren ze naar muizen en mollen. Vaak banjertechniek: rustig lopend door het gras zoekt de buizerd net als een kip insecten en regenwormen. 

In de winter, bij gebrek aan thermiek, standjacht. Rustig paalzitten en om je heen speuren naar een muis, die zo onverstandig is om met zijn kop boven het maaiveld uit te komen. Dan er snel op af, zo laag mogelijk boven de grond vliegend voor een maximaal verrassingseffect. De zuidelijke bermen van de snelwegen zijn favoriet want die zijn het droogst en muizenrijkst.

Ook piraterij, zelfs van Haviken, komt voor. Als aaseter vaak slachtoffer van vergiftigd aas.

Voorkomen; Broedvogel van bij voorkeur loofbossen. Maar neemt ook genoegen met kleine boomgroepen in het vlakke land. Komt nu overal in Nederland voor met de grootste dichtheden in het midden en oosten van ons land. Nederlandse vogels zijn hoofdzakelijk stand- en zwerfvogel. Gemiddeld zwerven ze tot 50 km van de broedplaats.  In Europa ca. 900.000 broedparen. In Nederland in 1932 vijf broedparen!  Sinds 1990 bijna verdubbeld tot 10.000-17.000 paar. Talrijke doortrekker en overwinteraar (30.000-50.000) vooral in het westen van Nederland. Veel van deze vogels zijn afkomstig uit Zuid-Scandinavië, Denemarken en Noord-Duitsland.

Bijzonderheden; Buizerds verblijven het hele jaar in of in de buurt van hun territorium.  In vroege voorjaar vooral op zonnige dagen met veel wind, zijn opvallende baltsvluchten met meerdere hoogcirkelende, miauwende vogels te zien. Vaak ook paarsgewijs boven de nestplaats. Broedt hoog in bomen in zelfgebouwd nest, dat bij succes vaak meerdere jaren gebruikt wordt. Vaak komen ook territoriale paren voor, die niet broeden. De hoogte van de zitplaats tijdens de standjacht is bepalend voor de status. Gevestigde paren zitten op de beste uitkijkposten. Wintergasten en juveniele moeten genoegen nemen met lagere plaatsen.

Jonge Buizerd op het Nest. foto © Jos Spijkerman

Bijna volwassen buizerd, prachtige goudkleurige gloed in het verenpakket. foto © Jos Spijkerman