Na een lang broedseizoen kijken we terug op een redelijke score in de Zaanstreek.
Twee jaar Corona heeft ons wel enigszins belemmerd in het bereiken van veel nesten en het verkrijgen van relevante informatie omtrent nestgevallen en nu kwam er meer informatie binnen en konden we weer veel nesten bereiken. De cijfers van nu tegenover de afgelopen 2 jaar zijn goed, maar terugkijkend naar de jaren er voor vallen ze wel een beetje tegen.
Opvallend is wel het goede jaar dat we gehad hebben met de vondst van meerdere nesten van de Bruine Kiekendief, waar we erg blij mee waren.

 

Werkgroep Roofvogels en Uilen (WRU) Vogelbeschermingswacht “Zaanstreek”

De werkgroep Roofvogels en Uilen van onze vereniging wordt momenteel bemenst door 18 leden. Het afgelopen jaar hebben zich gelukkig twee jonge (vrouwelijke) leden aangemeld en dat is fijn, om de oudere leden in de toekomst op te volgen. Voorlopig lopen zij mee om “het vak” te leren.

Doel van onze groep is het stimuleren van en bijhouden van de ontwikkeling in de roofvogelstand in de Zaanstreek. De werkzaamheden bestaan in eerste instantie uit het inventariseren van nesten van zowel boombroeders als kastbroeders.  Voor de eerstgenoemde groep is dat moeilijker dan voor de tweede groep, omdat van de laatste de nestkasten op vaste adressen hangen en bij de controleurs bekend zijn. Van de boombroeders is onze groep afhankelijk van het vinden van de nesten. Dit gebeurt “op zicht” en in 2022 voor enkele soorten ook met 2 drones, die vooral bij de kiekendief, die niet in de boom, maar op de grond in rietvelden broedt, een zeer verrassend resultaat laten zien.

Deze soort was altijd moeilijk benaderbaar, omdat verstoring op de loer ligt, omdat de rietvelden lopend doorkruist moeten worden, nadat ergens een invallende kiekendief is gespot.  Met de drone voorkomen we dat sporen in het riet achterblijven, waardoor predatoren gemakkelijker nesten vinden en blijft de verstoring beperkt. We zien dat slechts na enkele minuten de ouders alweer op het nest terugkeren.

Het hieronder genoemde aantal van 24 jongen steekt dan ook positief af tegen de 4 van vorig jaar. We zijn benieuwd of 2023 een zelfde beeld laat zien, of dat 2022 een uitzondering geweest is.

Verder laat de tabel zien dat de achteruitgang van de Torenvalk, die landelijk gesignaleerd wordt, ook bij ons steeds duidelijker wordt. Dit jaar valt op dat veel broedsels niet zijn gelukt. Wellicht is dit veroorzaakt door de rare warmteperiode aan het begin van dit jaar, waardoor de vogels in de war zijn geraakt.

De Buizerd daarentegen maakt een enorme sprong (7 nesten en 21 jongen meer).

De Steenuil handhaaft zich de laatste drie jaar op hetzelfde niveau, maar blijft beperkt tot het relatief kleine gebied van de Wijde Wormer.

Van de Sperwer vonden we twee nesten meer. En van de Ransuil zelfs 8 meer.

De Kerkuil heeft zich gelukkig na de enorme terugval van 2019 naar 2020 weten te handhaven op het nivo van 2021.

Naast het inventariseren worden veel jongen,voordat ze uitvliegen, voorzien van een uniek genummerde aluminium ring of met een kleurring met drie letters.

Hierdoor kunnen ze tijdens hun leven gevolgd worden voor wetenschappelijk onderzoek. We ontvangen regelmatig terugmeldingen, waarvan we in een volgend  artikel verslag zullen doen.