Het Ransuilenjaar 2019.
Elke winter is het weer een feestje om door de Zaanstreek rond te rijden en op zoek te gaan naar roestplaatsen van Ransuilen en deze winter was dermate zacht dat lang niet alle Ransuilen families hier hun toevlucht tot hadden genomen. Vaste roestplekken zoals in Krommenie, Zaandam, het Twiske en Westzaan bleven grotendeels leeg en dus hielden we al rekening met vroege nestgevallen en was het zaak om bestaande nestlocaties van 2018 weer na te lopen en her en der konden we vanaf april al Ransuilen vinden. Half april hadden we reeds zicht op de eerste nestgevallen en kon het seizoen 2019 gaan beginnen!
Op 23 april april hebben we reeds het eerste nest kunnen ringen en in de weken daarna nog 4 nesten en tegelijkertijd ook diverse andere nesten gevonden en daar reeds takkelingen waargenomen.
We hebben ook veel meldingen vanuit de bevolking van de Zaanstreek gekregen en zijn daar enorm dankbaar voor, want we kunnen het nu eenmaal niet alleen. Uiteindelijk hebben we 27 geregistreerde nesten in ons werkgebied vast kunnen stellen en dat is een record!
Gekeken naar de blinde vlekken die er over bleven en waar absoluut ook Ransuilen moeten leven kunnen we een aantal van 35 tot 40 nesten niet uitsluiten voor dit jaar.
Met de 27 geregistreerde nesten hebben we een minimum van 70 jongen vast kunnen stellen, waarvan we er 34 hebben kunnen ringen.
Opvallend dit seizoen was ook het feit dat we meldingen binnen bleven krijgen van piepende jonge Ransuilen tot medio augustus, waar dit normaal vanaf eind juni eigenlijk niet meer voor komt.
gezien het feit dat we bij de kerkuilen tweede legsels en zelfs her en der in Noord Holland een derde legsel meemaken dit jaar kwam de gedachte bij ons op of er bij de Ransuilen hier misschien ook sprake van zou kunnen zijn, alhoewel dit eigenlijk nauwelijks voor komt.
Om hier uitsluitsel over te krijgen contact opgenomen met Bertjan Bol en die gaf ook aan dat dit slechts bij hoge uitzondering voor komt en dat we hier hoogstwaarschijnlijk met een paar late nestgevallen te maken hebben gehad. Vanwege het goede muizenjaar zijn er een paar vrouwtjes, die aan het begin van het seizoen niet gezond (gevoed) genoeg waren, in de loop van deze zomer toch op het juiste niveau terecht gekomen en alsnog tot ei legsel en broeden overgegaan.
Alhoewel dit de meest logische mogelijkheid is kunnen we het andere niet geheel uitsluiten en als les meenemen voor een volgend goed broedjaar en een tweede ronde langs de bekende nestlocaties maken later in het seizoen, just to be sure……
Het is nu oktober; de bladeren beginnen van de bomen te vallen en de nachten worden kouder en dus gaat het zoeken naar de roestplaatsen voor de komende winter weer beginnen. We starten met de ons bekende plekken en van daaruit zoeken we verder. Met de grote hoeveelheid aan jonge uilen die dit jaar geboren zijn zou het mooi zijn als we grote families bij elkaar kunnen gaan aantreffen in de Zaanstreek en deze weer de gehele winter kunnen gaan controleren en tellen. Hopelijk krijgen we geen strenge winter en overleven veel jonge uilen dit eerste levensjaar. We gaan het zien.


Jos Spijkerman

Korte update november 2019: Eerste melding van 17 Ransuilen in 1 boom in Westzaan